Tandtechnisch Laboratorium Wezep 

Natuurlijk het beste, dus Nederlands maatwerk! 

Stijging aantal mondzorgmijders door inflatie en energiecrisis


8 mei 2023 - 
In opdracht van de Directie Zorgverzekeringen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een onderzoek uitgevoerd door ACTA, Radboudumc en de Hogeschool van Amsterdam naar de groep volwassen Nederlanders die wegens financiële redenen de mondzorg mijden. De focus van dit onderzoek betrof onder meer het beschrijven van een definitie van ongewenste mijding van mondzorg en de kenmerken van mensen die mondzorg mijden.

De nationale Ombudsman signaleerde in 2022 in het rapport ‘Sociale minima in de knel’ dat vanwege de energiecrisis en inflatie, in vervolg op de COVID epidemie en lockdowns, de kosten voor het levensonderhoud zo sterk gestegen zijn dat mensen door de ondergrens van het sociaal minimum zakken. Mondzorg professionals signaleren dat zijn steeds vaker geconfronteerd worden met mensen die wegens geldgebrek noodgedwongen mondzorg niet langer kunnen veroorloven: deze mensen worden vanwege mondzorg met catastrofale kosten geconfronteerd. Dit probleem doet zich voor in de hele Nederlandse bevolking, en zeker niet alleen in de stedelijke gebieden. Ook uit informatie van schuldhulpverlening en noodhulpbureaus blijkt steeds meer mensen niet meer voor hun mondgezondheid kunnen zorgen.

Aantal aanvragen noodhulp neemt toe
Tot 2020, voorafgaande aan de COVID uitbraak, ontvingen noodhulp fondsen een beperkt aantal aanvragen voor financiële noodhulp voor mondzorg. Nadien neemt het aantal aanvragen toe, en sinds de verhoging van de kosten voor levensonderhoud als gevolg van de energiecrisis en inflatie. In 2022 ontving het Fonds Bijzondere Noden Amsterdam al 50% meer aanvragen dan in 2021, en begin 2023 zet deze stijging van het aantal aanvragen door. Deze informatie wijst er op dat steeds minder mensen in staat om voor zichzelf en hun gezin mondzorg te kunnen bekostigen. De informatie uit de aanvragen bij noodfondsen wijst er ook op dat hulpvragers ook geen middelen voor zelfzorg voor mondhygiëne en preventie van mondziekten (tandenborstel, tandpasta en tandstokers) kunnen veroorloven.

Geen of onvoldoende verzekering
Sinds eind 2018 komen uit de samenleving diverse signalen, waaronder van hulpverleners uit het sociale domein, over een zorgelijke toename van het aantal mensen dat meerdere jaren (dus structureel) mondzorg om financiële redenen mijdt. Dit betreft mensen die mondzorg niet langer kunnen veroorloven wegens geen of onvoldoende verzekering tegen kosten van mondzorg, en die geen of onvoldoende financiële buffer of eigen vermogen hebben voor de gehele of aanvullende kosten voor eigen rekening.

Voorafgaand aan dit onderzoek was uit publiek beschikbare data bekend dat 520 duizend (8%) Nederlandse huishoudens in armoede leefden. Bijna 10% daarvan heeft een zeer laag inkomen. Ruim een-derde van deze huishoudens leeft minstens vier jaar achter elkaar in armoede (8). Voorts hebben ten minste 1,3 miljoen Nederlandse huishoudens ernstige betalingsproblemen en risicovolle of problematische schulden. Hun rekening voor de zorgverzekering laten zij vaak en als eerste onbetaald liggen. Diezelfde publiek beschikbare data (tot en met 2019) geven aan dat gemiddeld 3 op 100 Nederlanders (3%) afziet van mondzorg wegens de kosten.

Scheve verdeling
Maar het afzien van mondzorg wegens kosten blijkt zeer scheef verdeeld te zijn. Van alle volwassen Nederlanders in het hoogste inkomens kwintiel (bovenste 20%) ziet 1 op 100 (1%) af van mondzorg wegens kosten, terwijl dat bij Nederlanders in het laagste inkomens kwintiel (onderste 20%) 1 op 8 (12%) is. In de internationale ranglijst voor afzien van zorg om financiële redenen, staat mondzorg bovenaan, ver voor alle andere vormen van zorg (zoals huisarts, apotheek, overig). Overigens stijgt het aandeel in de kosten van mondzorg die voor eigen rekening zijn in Nederland, net als in andere landen, ver uit boven het aandeel voor eigen rekening voor vrijwel alle andere vormen van zorg.

Gevolgen verwaarloosde ongezonde mond
Een verwaarloosde of een ongezonde mond hangt samen met veronachtzaming van zelfzorg voor de mondhygiëne en mondzorg ter preventie van mondziekten. De ziektelast van een ongezonde mond is aanzienlijk, en heeft grote en doorgaans blijvende impact op het leven, niet alleen op de mondgezondheid, maar ook op de algemene gezondheid en ziekterisico’s, de productiviteit op de arbeidsmarkt, het welzijn en welbevinden en de kwaliteit van leven.

Uit steekproef peilingen van de CBS gezondheidsenquête over consumptie van mondzorg, blijkt dat naar schatting 20% van de Nederlanders geen mondzorgprofessional bezoekt. Het mijden van mondzorg, het uit- en afstellen van tandartsbezoek, wordt van oudsher toegeschreven aan beperkte gezondheidsvaardigheden en angst voor de tandartsbehandeling. Mensen die langdurig mondzorg uit- of afstellen, om welke reden dan ook, kunnen als gevolg van verwaarlozing van de mondgezondheid, klachten krijgen zoals pijn en ontstekingen. Dit levert schrijnende situaties en omstandigheden op, waarbij behandeling geboden is om complicaties en blijvende schade te beperken. Mensen die meerdere jaren achter elkaar om financiële redenen noodgedwongen en structureel van tandartsbezoek afzien zijn doorgaans aangewezen op noodhulp door een tandarts. De directe kosten daarvan, inclusief die van de noodzakelijke ‘nabehandeling’, alsmede de indirecte kosten en de sociaal-maatschappelijke kosten voor de samenleving kunnen fors oplopen.

Kosten mondzorg consumptie
Van de totale directe kosten van mondzorg consumptie wordt naar schatting 70% uit ZVW, aanvullende zorgverzekering en WLZ gefinancierd, en 30% wordt uit eigen zak gefinancierd. De kosten van zorg te financieren uit eigen zak, zoals eigen risico en aanvullende eigen bijdragen, zetten een rem op zorgconsumptie. Dit conform de moral hazard theorie, waarbij op basis van een bewuste keuze voor een hoger eigen risico, waarbij de kosten van gedeeltelijk of geheel onverzekerde schade voor eigen rekening zijn, het zorggebruik afremt, en omgekeerd. In België wordt deze kosten dan ook “remgelden” genoemd. Het moral hazard principe vormt ook de basis voor het uitsluiten uit het basispakket van zorg die over het algemeen niet strikt noodzakelijk geacht wordt. Daarvoor worden doorgaans aanvullende verzekeringen aangeboden.

Indien mensen niet verzekerd zijn tegen de kosten van mondzorg, of als hun aanvullende polis geroyeerd is wegens achterstand in premiebetaling, en bovendien geen of onvoldoende inkomen en geen financiële buffer of eigen vermogen hebben voor betaling uit eigen zak, worden zij geconfronteerd met catastrofale kosten. Daardoor komen zij in de knel, niet alleen financieel, maar ook wat betreft hun gezondheid, welzijn en welbevinden. Deze mensen zijn voor financiële hulp afhankelijk van charitatieve organisaties en voor zorgverlening zijn zij aangewezen op een onbaatzuchtige opstelling van individuele tandartsen.

Bron: Tandtechnisch Magazine. 

Ga terug