NVvP maakt zich zorgen over toekomst door behandelongelijkheid

19 februari 2016 -  De Nederlandse Vereniging van Parodontologie maakt zich zorgen over de verstrekkende gevolgen van de besluiten die verzekeraars en NZa hebben genomen om kosten te besparen bij implantologische behandelingen. Met name voor wat betreft de uitvoerbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid van de dentale implantologische behandelingen. Dit blijkt uit een publicatie op de NVvP-website.

'Bijvoorbeeld de invoering van materiaalcode J33 zijnde implantaat + coverscrew met een bedrag van maximaal 284,50 euro gaat het doel totaal voorbij schieten. De A-merken ASTRA, Straumann en Nobel Biocare zijn allemaal duurder of veel duurder. Gebruikers van deze top-kwaliteit implantaten zullen ongeacht de variërende kortingen eerst een fors verlies lijden op de reeds ingekochte noodzakelijke voorraden aan implantaten. Vervolgens zullen deze zorgverleners gedwongen worden om te gaan werken met de goedkopere copycats en de overige B merken om in te kunnen kopen beneden de 284,50 euro. Dit zal de kwaliteit en de duurzaamheid van de geplaatste implantaten niet ten goede komen. De consument en de verzekeraar die mogelijk via aanvullende verzekeringen een deel van de kosten hebben gedragen, zullen hiervan ook de nadelen op termijn ondervinden. 

Vrije keuze consument
De NVvP pleiten er indringend voor dat de consument de vrije keuze voor kwaliteit mag behouden. Laat behandelaars en consumenten samen de keuze maken voor de gewenste kwaliteit en het type implantaat en laat dat tegen kostprijs in rekening brengen. Op deze wijze heeft de consument weer de vrije keuze om te kiezen voor een A, copycat of B implantaat.